Kennisplatform
Let op! Wij-leren.nl heeft een nieuwe vormgeving.

Misdiagnose van hoogbegaafden

Arja Kerpel
Redactielid wij-leren.nl l Projectleider bij Wij-spelen.nl  

Kerpel, A. (2014). Misdiagnose van hoogbegaafden.
Geraadpleegd op 19-09-2024,
van https://wij-leren.nl/misdiagnose-hoogbegaafden.php
Geplaatst op 1 juni 2014
Misdiagnose van hoogbegaafden

Verkeerde diagnoses van hoogbegaafden zorgen vaak voor onnodig lijden. Daarom is het belangrijk om een juiste diagnose te stellen. Het boek Misdiagnose van hoogbegaafden van James T. Webb e.a. behandelt veel voorkomende misdiagnoses en maakt duidelijk wat de overeenkomsten en verschillen zijn met hoogbegaafdheid. 

Na een introductie over diagnoses en hoogbegaafdheid in het algemeen komen de volgende stoornissen aan bod:

  • ADD/ADHD-stoornissen
  • Woedediagnoses
  • Ideatie- (dwangvoorstelling) en angststoornissen
  • Stemmingsstoornissen
  • Leerbelemmeringen
  • Slaapstoornissen

Misverstanden

Er zijn drie situaties die kunnen zorgen voor misverstanden rond hoogbegaafdheid:

  • Hoogbegaafdheid uit zich niet altijd zoals we dat zouden verwachten. Creativiteit kan zich bijvoorbeeld uiten in eigenwijs, tegendraads, uitdagend en chaotisch gedrag.
  • Hoogbegaafdheid kan voorkomen in combinatie met leerproblemen, emotionele- en gedragsstoornissen. 
  • Hoogbegaafdheid kan het zicht op een leerprobleem belemmeren.

Waarom krijgen zoveel hoogbegaafden zoveel diagnoses?

De eerste reden is het gebrek aan kennis onder professionele hulpverleners in de gezondheidszorg. Het gevolg daarvan is dat algemene kenmerken van hoogbegaafden ten onrechte geïnterpreteerd worden als kenmerken van een stoornis. Het kind krijgt dan niet de juiste aanpak. 

De tweede reden is dat bepaalde stoornissen vermoedelijk veel meer voorkomen onder bepaalde groepen hoogbegaafden. Diagnoses zijn hierbij nodig.

Hoeveel stoornissen zijn het gevolg van de interactie tussen temperament en de omgeving? Het veranderen van de omgeving kan al heel effectief zijn.

Kenmerken van hoogbegaafden

Voordat ingegaan wordt op misdiagnosen, is het van belang om helder te hebben wat algemene kenmerken zijn van hoogbegaafden. Hoogbegaafden vertonen uitzonderlijk gedrag of hebben de potentie om dit te doen op een van de volgende gebieden:

  • Algemeen intellectueel vermogen
  • Specifiek academische aanleg
  • Creatief denken
  • Leiderschapstalent
  • Visuele of uitvoerende kunsten

Intensiteit

Intensiteit, gevoeligheid, concentratie en volharding zijn bijna universele kenmerken van hoogbegaafdheid. De theorie van de Poolse psychiater Dabrowski heeft geleid tot beter begrip van de intensiteit bij hoogbegaafden. Zijn theorie stelt dat de overprikkelbaarheid op één of meer van de volgende vijf gebieden kan voorkomen:

  • Intellectueel gebied. Dit kenmerkt zich door een grote nieuwsgierigheid, concentratie en het stellen van diepgaande vragen. Zóveel vragen, dat dit voor volwassenen erg vermoeiend kan zijn.
  • Op het gebied van de verbeeldingskracht. Dit kenmerkt zich door fantasiespel en dagdromen.
  • Emotioneel gebied. Dit kenmerkt zich door extreme en complexe emoties en intense gevoelens.
  • Psychomotorisch gebied. Dit kenmerkt zich door vurig enthousiasme en intense fysieke activiteit. Als ze emotioneel gespannen zijn, kunnen ze erg druk gaan praten of dwangmatig handelen. 
  • Zintuiglijk gebied. Dit kenmerkt zich door een extreme gevoeligheid van de zintuigen. 

Overprikkelbaarheid en misdiagnoses

Deze overprikkelbaarheid wordt vooral vaak duidelijk bij (uitzonderlijk) hoogbegaafd zijn. Dit gedrag kan tot verkeerde diagnoses leiden. Intellectuele en psychomotorische overprikkelbaarheid kunnen bijvoorbeeld leiden tot de misdiagnoses ADD/ADHD.

ADD/ADHD-stoornissen

Een kind kan hoogbegaafd zijn én ADD/ADHD hebben. Maar het kan ook zo zijn dat enkele kenmerken van hoogbegaafdheid onterecht voor ADD/ADHD aangezien worden. Dit komt vaak voor, de auteurs schatten dat in circa 50% van de gevallen de diagnose ADD/ADHD bij hoogbegaafden niet terecht is.

Een juiste diagnose is belangrijk, want anders krijgt een kind onterecht stimulerende medicijnen voor aandachtsproblemen. Het probleem is dat deze medicijnen bij iedereen de spanningsboog vergroten. Je kunt dus niet na het gebruik van medicijnen zeggen: ‘Zie je wel, het medicijn helpt, hij heeft dus ADHD.’ Want ook bij kinderen zonder ADD/ADHD wordt de spanningsboog groter.

Overeenkomsten tussen ADD/ADHD gedrag en hoogbegaafd gedrag

Gedrag dat kan voorkomen bij ADD/ADHDGedrag dat kan voorkomen bij hoogbegaafdheid
Kan bijna nooit de aandacht lang focussenIn specifieke situaties: niet opletten, vervelen en dagdromen
Minder doorzettingsvermogen als er geen consequentie aan verbonden isBij taken die niet relevant lijken: moeilijk de aandacht erbij houden
ImpulsiefIntensiteit kan leiden tot impulsief gedrag
Erg actief en rusteloosErg actief, weinig slaap nodig
Moeite met houden aan regelsStelt regels en gewoonten ter discussie

Zowel kinderen met ADD/ADHD als hoogbegaafden kunnen problemen krijgen op school. Bijvoorbeeld bij de instructie. Een kind met ADD/ADHD kan de instructie missen door gebrek aan concentratie, terwijl een hoogbegaafd kind er soms bewust voor kiest om niet te luisteren. 

Ook kunnen beiden problemen hebben in het contact met leeftijdgenoten. Een kind met ADD/ADHD kan agressie overkomen, een hoogbegaafd kind kan niet gewaardeerd worden als hij/zij steeds corrigeert of betuttelt. 

Verschillen tussen ADD/ADHD gedrag en hoogbegaafd gedrag

Als je een correcte diagnose wilt stellen, moet gelet worden op de kenmerken van het hoogbegaafde kind en de omgeving.

Een kenmerk van ADD/ADHD dat niet voorkomt bij hoogbegaafden, is de manier waarop de leerling opdrachten uitvoert. Kinderen met ADD/ADHD zijn over het algemeen niet consistent in hun prestaties of efficiëntie. Hoogbegaafden zijn dit doorgaans wel, als ze worden uitgedaagd. Daarom is het belangrijk om de omgeving te onderzoeken. Wordt het kind uitgedaagd? Het is veelzeggend als de problemen afnemen in contact met andere hoogbegaafden, of als ze thuis zijn. 

Het tweede verschil is dat kinderen met ADD/ADHD het allerbeste functioneren in een erg gestructureerde omgeving. Ook hoogbegaafden doen het dan beter, maar zij weigeren een verstikkende structuur.

Het derde verschil gaat niet over de tijd die aan een opdracht besteedt wordt, maar juist over de tijd die het kind er niet aan besteed. Een kind met ADD/ADHD keert na verstoring moeilijk terug naar zijn taak, terwijl een hoogbegaafd kind gemakkelijk de opdracht weer oppakt. Een hoogbegaafd kind kan zich langdurig concentreren op een taak, als die zijn/haar interesse heeft. 

Verder is de observatie van de ouders erg belangrijk bij het stellen van een diagnose. Als de problemen pas beginnen als het kind naar school gaat, is het de vraag of de diagnose ADD/ADHD juist is.

Woedediagnoses

Samen met ADD/ADHD is de oppositioneel-opstandige gedragsstoornis (ODD) de meest voorkomende misdiagnose. Het is gemakkelijk om met een hoogbegaafd kind in een machtsstrijd te belanden. En als dat niet goed aangepakt wordt, kan dat eindigen in oppositioneel-opstandig gedrag. De wortel van dit gedrag is meestal het gevoel dat niemand hen begrijpt.

Hoogbegaafde kinderen zijn vaak erg gevoelig voor de sociale ongelijkheid in de wereld. Maar het zijn wel kinderen en ze kunnen niet altijd goed met die gevoelens omgaan. De intensiteit en de gevoeligheid van hoogbegaafden kunnen leiden tot woede.

Onverenigbare kenmerken

Als het kind de volgende kenmerken heeft, is het de vraag of de diagnose ODD juist is:

  • Argumenteert effectief met volwassenen.
  • Opstandigheid komt maar in één situatie voor, bijvoorbeeld alleen op school.
  • Daagt de meeste volwassenen niet uit.
  • Maakt zich zorgen over de gevoelens van anderen.
  • Ergert of negeert mensen niet expres.

In dit hoofdstuk komen ook de gedragsstoornis, de periodieke opvliegendheidstoornis, de opstandig-vijandige gedragsstoornis en de narcistische persoonlijkheidsstoornis aan de orde.

Ideatie- (dwangvoorstelling) en angststoornissen

Na het behandelen van dwangneurose (OCD) en obsessief-dwangmatige persoonlijkheidsstoornis (OCPD) komt het syndroom van Asperger aan bod.

Syndroom van Asperger

Kinderen met het syndroom van Asperger hebben een kwalitatieve beperking in de sociale interactie. Ze vinden het vaak moeilijk om sociale signalen te herkennen en geven de voorkeur aan routine en structuur. Ze hebben beperkte, zich herhalende gedragspatronen, interesses en activiteiten. En meestal hebben ze een hoog IQ. 

Overeenkomsten tussen het syndroom van Asperger en hoogbegaafd gedrag

De overeenkomsten zijn kort samengevat:

  • Buitengewoon goed geheugen voor gebeurtenissen en feiten.
  • Verbaal vloeiend of vroegrijp.
  • Praat veel of stelt constant vragen.
  • Overgevoelig voor lawaai, licht, geuren, texturen en smaken.
  • Groot rechtvaardigheidsgevoel.
  • Onregelmatige ontwikkeling.
  • Kan helemaal opgaan in een speciale interesse. 

De verschillen tussen het syndroom van Asperger en hoogbegaafd gedrag

Er zijn enkele duidelijke verschillen. Een kind met het syndroom van Asperger mist invoelingsvermogen. In contact met leeftijdsgenoten laten ze vaak sociale onbeholpenheid zien, terwijl hoogbegaafden tamelijk sociaal vaardig zijn in het contact met gelijkgestemden. 

Een ander verschil is dat hoogbegaafden inzicht hebben in sociale situaties, dit mist een kind met het syndroom van Asperger. 

Onverenigbare kenmerken

Als het kind de volgende kenmerken heeft, is het de vraag of de diagnose syndroom van Asperger juist is:

  • Heeft inzicht in de emoties van anderen en kan in veel gevallen meeleven tonen.
  • Kan goed omgaan met abstracte ideeën, ongestructureerde situaties en innovatieve activiteiten.
  • Tolereert abrupte veranderingen.
  • Beweegt zich niet onhandig.
  • Begrijpt de bedoeling van metaforen of spreekwoorden, zoals ‘je neus stoten’. 

Een goede diagnose is erg belangrijk. 

Als een hoogbegaafde een onterechte diagnose krijgt, volgen er onnuttige ingrepen en krijgt het kind niet de onderwijskundige kansen die bij hem/haar passen.

Andersom kan ook. Als een kind met het syndroom van Asperger wordt weggezet als een zonderlinge hoogbegaafde, dan krijgt hij/zij niet de juiste behandeling. 

In dit hoofdstuk komen verder de schizoïde persoonlijkheidsstoornis, de schizotypische persoonlijkheidsstoornis en de ontwijkende persoonlijkheidsstoornis aan bod. Het volgende hoofdstuk behandelt stemmingsstoornissen, onder andere de bipolaire stoornissen.

Leerbelemmeringen

Dit hoofdstuk behandelt diverse leerbelemmeringen, onder andere dyslexie. Als het gaat om hoogbegaafdheid en leerbelemmeringen, zijn er drie groepen:

  • Bij de eerste groep is de hoogbegaafdheid herkent, maar is de leerbelemmering zodanig gecompenseerd dat daarvoor geen diagnose is gesteld. Helaas denken sommige leerkrachten dat hoogbegaafden geen leerbelemmering kunnen hebben.
  • Bij de tweede groep is de leerbelemmering opgemerkt, maar is de hoogbegaafdheid over het hoofd gezien. Hierdoor kunnen ze in intellectuele armoede terecht komen.
  • Bij de derde groep maskeren de hoogbegaafdheid en de leerbelemmering elkaar. Ze worden simpelweg als gemiddelde leerling gezien. Dit is misschien wel de grootste groep.

Slaapstoornissen

Een vrij groot deel van de hoogbegaafden heeft erg weinig slaap nodig. Sommigen hebben maar vijf uur slaap nodig. Dit kan verward worden met een slaapstoornis, al zijn er zeker verschillen. Want een hoogbegaafd kind kan na vijf uur slaap genoeg energie voor de hele dag. Het heeft overdag dan geen extra slaap meer nodig en heeft geen last van concentratieproblemen door slaapgebrek. Soms dwingen ouders om meer te slapen, maar dat mislukt doorgaans. Een kind kan zelfs een slapeloosheidsprobleem ontwikkelen als het gedwongen wordt om lang wakker te liggen. Het beste is om aan te stimuleren dat het kind in bed blijft lezen totdat hij/zij in slaap valt. 

Er zijn ook hoogbegaafden die juist extra veel slaap nodig hebben. 

Tot slot

Het boek sluit af met een hoofdstuk over allergieën, astma en reactieve hyperglycemie, een hoofdstuk over relationele kwesties en een hoofdstuk over pathologisch gedrag. 

Misdiagnose van hoogbegaafden is een gezaghebbend en veel gehanteerd boek. Het geeft een duidelijk overzicht van misdiagnosen en maakt de verschillen met hoogbegaafdheid goed duidelijk.

Bestellen

N.a.v. James T. Webb e.a., Misdiagnose van hoogbegaafden, Van Gorcum Assen 2013, ISBN 978 90 232 5033 3, € 34, 95. Het boek is te bestellen via

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Bestellen

Het boek Misdiagnose van hoogbegaafden is te bestellen via:



Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.